Geen Couperushuis in Den Haag

Wat in het buitenland heel normaal is, blijkt in Nederland weer eens onmogelijk: het geboorte- of voormalige woonhuis van een beroemde schrijver inrichten als museum of literair-cultureel centrum, als tastbaar monument ter versterking van ons culturele geheugen. De Stichting Couperushuis Surinamestraat, die in 2008 op initiatief van econoom Arnold Heertje was opgericht om het voormalige woonhuis van Louis Couperus in Den Haag voor het publiek te behouden, wordt opgeheven. Van meet af aan was duidelijk dat men niet hoefde te rekenen op geldelijke steun van het Haagse gemeentebestuur of het rijk. Nadat de stichting aanvankelijk wel enkele commerciële en particuliere investeerders wist te interesseren voor haar plannen, gooide de kredietcrisis alsnog roet in het eten.

Toen in 2006 bekend werd dat de Egyptische ambassade haar onderkomen in de Surinamestraat nummer 20 van de hand deed, ontstond er meteen enige opwinding in literair Nederland. Het was namelijk niet zomaar een fraai, deftig pand in één van de mooiste straten van de residentie dat te koop werd aangeboden; tussen deze vier muren werd Eline Vere geboren, na Max Havelaar de beroemdste Nederlandse roman uit de negentiende eeuw!

Het huis werd in 1883 gebouwd in opdracht van John Ricus Couperus, de vader van de auteur. Het interieur, met onder andere een prachtige stijlkamer en suite, een voor Den Haag zo kenmerkende inpandige serre, classicistische marmeren schouwen en houten lambrizering, is grotendeels in oude staat bewaard gebleven. Louis Couperus woonde er met zijn ouders van 1884 tot 1891. Vanaf juni tot december 1888 verscheen Eline Vere als 119-delig feuilleton in het Haagse dagblad Het Vaderland.

Niet alleen Couperusbewonderaars, maar iedereen met een hart voor de Nederlandse cultuurgeschiedenis was zich ervan bewust dat zich een unieke kans voordeed: het behoud van het woonhuis van Couperus als literair erfgoed. Het grootste struikelblok, zoals altijd, was geld. De Egyptische staat vroeg, en vraagt nog steeds, bijna drie miljoen euro voor het pand. Bovendien verkeert het huis in niet al te beste staat. Een hoognodige restauratie zal enkele tonnen bedragen. De gemeente Den Haag liet al snel weten niet van zins te zijn met subsidie over de brug te komen. Daarmee leek de kous af.

Het was de bekende econoom Arnold Heertje die zich daarbij niet wenste neer te leggen en in 2007 besloot tot de oprichting van een actiecomité tot behoud van het Couperushuis. Een nieuwe bewoner voor het huis werd al snel gevonden: het Louis Couperus Museum zou maar wat graag het onderkomen in de Javastraat verruilen voor de statige, ruime kamers op de begane grond van Surinamestraat nummer 20.

In 2008 richtten Heertje en neerlandica Ankie van der Bol de Stichting Couperus Surinamestraat op. Zij wisten een aantal klinkende namen aan zich te binden, onder wie Arnon Grunberg, Hella Haasse, Frits Bolkestein, Alexander Rinnooy Kan en Paul Schnabel.  Al snel trok de stichting de aandacht van verschillende media: een item op het NOS Journaal, verscheidene radioreportages, interviews en artikelen in dag- en weekbladen; blijkbaar leefde de kwestie onder een veel grotere groep dan een select clubje Couperianen.

Na het Haagse gemeentebestuur hield ook het rijk de boot af. Toenmalig minister Plasterk antwoordde op kamervragen van D66-kamerlid Boris van der Ham dat het  behoud van Couperus’ literaire nalatenschap wat hem betreft voldoende werd gewaarborgd door het Letterkundig Museum. De stichting moest vervolgens op zoek naar alternatieven om het benodigde bedrag bij elkaar te krijgen. Zo ontstond het idee voor een bredere invulling van de oorspronkelijke plannen, bijvoorbeeld samenwerking met instellingen als het genoemde Letterkundig Museum, Museum Meermanno, het Gemeentemuseum en het Haags Historisch Museum. Het Couperushuis zou dan kunnen worden omgetoverd tot een instituut dat is gewijd aan de cultuur van het fin de siècle in de breedste zin van het woord. Ook werd er aan gedacht om het Indisch-culturele aspect, dat zo onlosmakelijk met Couperus verbonden is, een plek te geven.

Een ander alternatief was om slechts een gedeelte van het huis te verwerven. Het was dan zaak een vastgoedontwikkelaar te vinden die het pand aankoopt, restaureert en vervolgens de begane grond doorverkoopt aan de stichting, die dat gedeelte van het huis vervolgens als tentoonstellingsruimte aan het Louis Couperus Museum aanbiedt. De twee bovenste verdiepingen zouden dan worden verbouwd tot appartementen en als zodanig verkocht aan particulieren.

Uiteindelijk is geen van deze plannen levensvatbaar gebleken. De afgelopen jaren sprak de stichting met talloze partijen, particulieren en bedrijven, die aanvankelijk met enthousiasme en serieuze interesse reageerden. Maar toen de vermaledijde kredietcrisis zich aankondigde en de economie in een neerwaartse spiraal terechtkwam, waren alle kansen verkeken. De stichting schrijft in een vandaag uitgegeven persbericht: ‘Alle scenario’s om het Couperushuis al dan niet gedeeltelijk te verwerven, te restaureren en open te stellen voor het publiek lopen en liepen dood op het niet kunnen realiseren van het gewenste rendement op de investering. (…) De mogelijke toezeggingen voor financiële en andere hulp droogden op of konden niet gestand worden gedaan. Ook anderszins is het klimaat niet gunstig, gelet op de roep van sommige politieke partijen en stromingen overheids­subsidies aan culturele projecten te verminderen dan wel stop te zetten. Hierdoor ziet het bestuur geen mogelijkheid op enige termijn tot uitvoering van zijn plannen te komen en heeft het besloten de stichting op termijn te ontbinden.’

Van het bedrag dat donateurs hebben bijeengebracht wil de stichting een gedenkplaat laten plaatsen op de gevel van het huis. Hiervoor moet nog toestemming worden gevraagd aan de gemeente en de huidige eigenaar.

Update 16 april: vandaag laat Arnold Heertje aan de Volkskrant weten de hoop niet op te geven. ‘Ik ga de komende maanden, samen met Caroline de Westenholz, voorzitter van het Haagse Couperus Museum, in gesprek met verschillende partijen. Via publieke en private instellingen hoop ik toch de financiering rond te krijgen. Het initiatief wordt immers breed gedragen, het is vooral een kwestie van het geld de goede kant op te dirigeren’, aldus Heertje.

Oorspronkelijk gepubliceerd op rond1900.nl.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *